Diagnose
-
In kaart brengen van de voorgeschiedenis m.b.t. allergieën1
Het vaststellen van koemelkallergie begint met het in kaart brengen van de voorgeschiedenis m.b.t. allergieën, waaronder:
- Familiale/persoonlijke voorgeschiedenis van atopie
- Voedingsgeschiedenis (flesvoeding, borstvoeding, beide?)
- Aanwezige allergische reacties/tekenen van koemelkallergie
- Informatie over de vorige behandeling en de response daarop
- Informatie over pogingen de voeding aan te passen en de resultaten daarvan
Onderscheid maken tussen IgE- of niet-IgE-gemedieerde reacties en ernstige of matige aandoening1
Een belangrijke diagnostische stap is het indelen van kinderen met koemelkallergie in 1 van 4 hoofdgroepen. Deze groepen verschillen onderling wat betreft allergische reacties, de ernst van de allergische reacties en de snelheid waarmee ze optreden.
Acuut optredende allergische reacties ontstaan meestal binnen enkele minuten na inname. Vertraagd optredende allergische reacties ontstaan meestal 2 tot 72 uur na inname.1
NB: In de praktijk is het niet altijd mogelijk om een duidelijk onderscheid te maken, aangezien bij sommige kinderen sprake is van een combinatie van IgE- en niet-IgE-gemedieerde allergische reacties
-
Milde tot matige niet-IgE-gemedieerde koemelkallergie - vertraagd optreden van reacties
-
Komt voor bij kinderen die flesvoeding krijgen, uitsluitend borstvoeding of beginnen met gemengde voeding
Een of meerdere van de volgende signalen;
Gastro-intestinale reacties: koliek, reflux (GORD), voedselweigering/-aversie, dunne of frequente ontlasting, perianale roodheid, obstipatie, buikpijn, bloed en/of slijm in de ontlasting bij een verder gezond kind
Huidreacties: pruritus, erytheem, significant atopisch eczeem
Respiratoire reacties: 'catarrale' luchtwegreacties (meestal in combinatie met andere reacties)
-
-
Ernstige niet-IgE-gemedieerde koemelkallergie - vertraagd optreden van allergische reacties
-
Komt voor bij kinderen die flesvoeding krijgen, uitsluitend borstvoeding of beginnen met gemengde voeding
Ernstige aanhoudende allergische reacties; een of meerdere van de onderstaande allergische reacties;
Gastro-intestinale reacties: diarree, braken, buikpijn, voedselweigering/-aversie, significante hoeveelheid bloed en/of slijm in de ontlasting, onregelmatige of pijnlijke ontlasting +/- achterblijvende groei
Huidreacties: ernstig atopisch eczeem +/- achterblijvende groei
-
-
Milde tot matige IgE-gemedieerde koemelkallergie - acuut optreden van allergische reacties
-
Komt voornamelijk voor bij kinderen die flesvoeding krijgen of bij het begin van gemengde voeding
Een of meerdere van de volgende allergische reacties;
Huidreacties: acute pruritus, erytheem, urticaria, angio-oedeem, acute opvlamming van atopisch eczeem
Gastro-intestinale reacties: braken, diarree, buikpijn/koliek
Respiratoire reacties: acute rinitis en/of conjunctivitis
-
-
Ernstige IgE-gemedieerde koemelkallergie - anafylaxie
-
Acute reactie met ernstige verschijnselen en allergische reacties van het respiratoire en/of cardiovasculaire systeem. Slechts in zeldzame gevallen treden er gastro-intestinale allergische reacties op.
-
-
Afbeelding: Samenvattende beslisboom met de aanbevelingen van de Voedingscommissie van de Franse Vereniging voor kindergeneeskunde2.
Kinderen die uitsluitend borstvoeding krijgen1
Richtlijnen geven aan dat moeder doorgaans alle koemelk en koemelk bevattende producten uit hun voeding moeten weglaten. Het advies daarbij is om calcium en vitamine D-supplementen te nemen.
Als het kind een koemelkallergie heeft, verdwijnen de allergische verschijnselen doorgaans binnen 2 tot 4 weken bij een juiste aanpak.3
Kinderen die flesvoeding krijgen1
Hoe een kind reageert op het weglaten van koemelk uit zijn dieet wordt doorgaans getest door zijn normale flesvoeding te vervangen door een intensief gehydrolyseerde voeding (eHF) of een voeding op basis van aminozuren (AAF) en geen zuivelproducten te gebruiken als er met de bijvoeding wordt gestart.
Als het kind een koemelkallergie heeft, verdwijnen de signalen dan doorgaans binnen 2 tot 4 weken.3
Referenties
1. Venter C et al. Clin Trans Allergy 2013;3:23
2. Dupont C et al. Br J Nutr 2012;107:325-38
3. Vandenplas Y et al. Arch Dis Child 2007;92:902–908
